De grote enge Franse campingbaas

Op het trainingsweekend werd ons gevraagd waar we het meest bang voor waren. ‘De campingbaas’, antwoordde ik direct. Want wat nou als je een chagrijnige, zwijgzame Fransoos krijgt die geen woord Engels kan? Nou, die heb ik gekregen… Maar de gebruiksaanwijzing was simpel!

De eigenaar

Hij is eigenlijk eigenaar van de hele campingketen. Daarom was hij maar twee dagen per week op de camping.

Karakter:

• Geeft geen complimentjes. Hij komt een volledig opgeruimde miniclub in, kijkt even rond en zegt dan alleen dat er buiten nog een bal rondzwerft.
• Houdt van de Franse taal. Ik kreeg bij de eerste ontmoeting een Frans vragenvuur op me af om te checken hoe hoog mijn niveau was. Datzelfde gold trouwens voor de regiocoach; achteraf zei de eigenaar tegen me dat hij extra snel tegen haar had gepraat.
• Plaagt graag. Zo zei hij tegen mij dat ik pas eten kreeg als ik alle gasten aan het dansen had gekregen. Hij maakte graag duidelijk dat hoe hard je ook werkte, het altijd nog beter kon.
• Rechtvaardig. Je wist waar je aan toe was en hoe ver je kon gaan. Hij stelde duidelijke regels, zoals dat ik niet in de keuken mocht komen als het restaurant open was. (Omdat ik toch eten nodig had, loste ik dit probleem op door snel naar binnen en buiten te rennen als hij niet oplette. Dat wist hij gewoon, maar zo had hij er in ieder geval geen last van. Hij blij, ik blij.)
• Vertrouwde ons niet. Zo kwam hij wel eens vragen of ik mijn ijsje wel had betaald.

Zó ga je daarmee om:
De tactiek is eigenlijk om zo weinig mogelijk met hem om te gaan. Je geeft hem geen problemen, ook geen oplossingen. Natuurlijk zeg je wel altijd een ‘bonjour, ca va’, maar vervolgens ga je weer door; jij hebt het immers ook erg druk! Altijd glimlachen en druk zijn, dan is hij het meest tevreden.

De eigenaresse

Zij is getrouwd met de man hierboven en de officiële campingeigenaar. Ook zij was niet altijd aanwezig, maar wel iets vaker dan haar man. Ze stond vooral bij de receptie.

Karakter:

• Gastvrij. Toen ik aankwam, werd ik heel enthousiast ontvangen. Ik kreeg gratis drinken en complimenten over de kleur van mijn ogen.
• Aardig. Ze sprak haar woorden heel rustig en duidelijk uit, zodat ik haar makkelijk kon verstaan. Ook probeerde ze af en toe wat Nederlandse en Engelse woordjes. Gewoon, voor de leuk.
• Perfectionistisch. Daar heb ik zelf wat minder van meegekregen, maar mijn collega’s van de receptie kregen daarom vaak op hun donder.
• Houdt van een feestje. Als er een bandje kwam spelen, stond zij als een van de eersten op de dansvloer.
• Geeft complimentjes. Zo zei ze het als gasten positief over me waren en als ze een activiteit leuk vond.
• Gaf mijn moeder en tante korting toen ze een paar dagen overkwamen!
• Hartelijk. Zij zei ons graag gedag met drie kussen, terwijl haar man het liefst niks zei.

Zó ga je daarmee om:
Ook bij haar zorgde ik dat ze mijn bezigheden zag. Ik had veel respect voor haar en liet dat merken door ‘vous’ te blijven zeggen – ook al tutoyeerden mijn Franse collega’s haar allemaal.

De sleutel is de eigenlijk simpel: laat zien dat je je best doet en doe je werk met een glimlach. Onweerstaanbaar voor elke baas, toch?