Je kunt je vanaf nu aanmelden voor het seizoen van 2025! Solliciteer snel of doe de test om erachter te komen of animatiewerk in het buitenland écht iets voor jou is. Solliciteer nu!
E.H.B.F. (Eerste Hulp Bij Frans)
E.H.B.F. (Eerste Hulp Bij Frans)
Trouwe kijkers van Helemaal het einde, Ik vertrek, Wie is de Mol (sommige seizoenen) en nog veel meer televisieprogramma’s waarin Nederlanders met minimale tot geen kennis van de taal van het land waarin ze zijn, tot communicatie proberen te komen, weten als geen ander dat het prima te doen is om met een vocabulaire bestaande uit bonjour, croissant, pétanque, quelle heure est-il, ça va, je m’appelle, est-ce que je peux vous aider en au revoir naar Frankrijk af te reizen voor een animatiezomer. Alles wat je verder nog zou moeten weten, pik je namelijk razendsnel op van de Franse kindjes en je campingbazen/-collega’s!
In andere blogs is al geschreven dat durven spreken het allerbelangrijkste is, gevolgd door vragen durven te stellen en blijven proberen. Dat was de échte E.H.B.F. In dit blog ga ik verder met T.H.B.F. (Tweede Hulp Bij Frans) – dat inmiddels niets meer wegheeft van het oorspronkelijke E.H.B.O., maar goed – om iedereen die durft te spreken, vragen durft te stellen en doorzet, wat tips voor de voorbereiding op het Frans mee te geven.
Vous, vous et vous
- ‘Jan, kan ik je zo even spreken?’ (Jan = je leidinggevende)
- ‘Als je wat vroeger gaat slapen, ben je minder moe.’ (je = mensen in het algemeen, geldt voor vrijwel iedereen)
- ‘Zeg maar “je”, hoor, anders voel ik me zo oud.’
Uitspraken met het woordje je erin, die we allemaal wel zullen herkennen. In Nederland is het normaal om je leidinggevende aan te spreken bij de voornaam en hem/haar te tutoyeren, wat in Frankrijk ondenkbaar is. Het is vous, vous en nog eens vous. Het algemene je, zoals in zin 2, wordt vaak vervangen door on of il. Wil je zeggen dat het brood vandaag besteld moet worden voor morgen, zeg dan nooit: ‘Tu dois commander le pain aujourd’hui pour le lendemain.’ maar zeg: ‘Il faut…’ Het eerste klinkt namelijk als een ‘JIJ moet!’ met strenge-juffen-vinger erbij. Uitspraak 3 zul je een Fransman niet snel horen zeggen, want voor hem is het je/u-verschil geen kwestie van leeftijd, maar van respect en beleefdheid.
Mots, mots et mots
- ‘Pardon, madame, pour le poisson… zjoep’ (met visnet-binnenhaal-gebaar erbij)
- ‘Pardon, madame, est-ce que tu… eh… vous pouvez… eh… pourriez… notre… eh… nous… eh… pardon…’ (en vervolgens met een knalrood hoofd weglopen)
Prijsvraag: wie van de twee personen slaagt er het eerst in om de winkel uit te lopen met een visnetje? Persoon 1 natuurlijk. Netjes is het niet en op deze manier word je zeer waarschijnlijk niet serieus genomen in de zakelijke communicatie, maar daar gaat het als animator op de camping helemaal niet om. Maak je dus niet druk om eventueel onjuiste zinsvolgordes, want je bent aangenomen als animator en niet als vertegenwoordiger. Focus je in je voorbereiding dus vooral op basiswoordenlijsten zoals deze (de 200 meest voorkomende woorden) en deze (op categorie zoeken).
Je suis, tu es, il est…
Uiteraard draait het niet alleen om woordkennis, maar is het ook handig om de regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re en veelvoorkomende onregelmatige werkwoorden als être = zijn, avoir = hebben, aller = gaan, faire = doen/maken, vouloir = willen, en pouvoir = kunnen/mogen, op de juiste manier te kunnen vervoegen en gebruiken. Verder dan de O.T.T. (tu es, ils ont, nous faisons), nabije toekomst (je vais bricoler, elle va chercher) en V.T.T. (qui a trouvé, il n’est pas allé) hoef je als animator niet te gaan.
Checklist
Ik kan in het Frans…
- tellen tot 1000
- zeggen wat ik doe
- zeggen wat ik ga doen
- zeggen wat ik al heb gedaan
- (aan kinderen) uitleggen wat we gaan knutselen
- (aan kinderen) uitleggen wat de regels zijn van een activiteit (goed voordoen en juichen / fout voordoen en ‘boeeeeeh’-en, is ook een vorm van uitleggen)
- vragen of je ergens mee kunt helpen
- aangeven of iets wel of niet (ne…pas) gebeurt, is gebeurd of gaat gebeuren
- (aan campinggasten) uitleggen waar het douchegebouw, de receptie, het zwembad en het restaurant zijn
Ik weet…
- wie je aanspreekt met vous en wie met tu
- hoe je met handen en voeten duidelijk moet maken wat je bedoelt
Kun je 6 of meer punten aanvinken, dan ben je geslaagd voor de test 😊
X
Ik wil herinneringen voor het leven gaan maken!
Weet je nog niet of je jezelf deze zomer op een camping ziet als entertainer? Twijfel je nog of dit bij je past? Doe de test om er achter te komen of je deze zomer nog staat te stralen op een vakantiepark!
Doe de match test!