Het Woord van Zomer 2015

Naast het bekende “yes”, “chilll” en “hoopje” merk ik dat de kwantiteit van het woord “oké” is gestegen in mijn dagelijkse taalgebruik. Het is een “oké” op z’n Frans, dus lekker nasaal, en is toepasselijk als je niet zo goed weet wat je met een situatie moet en hem maar gewoon laat gebeuren. De volgende quotes zullen jullie een beter beeld geven van de momenten waarop “Oké.” gebruikt kan worden.

Zesjarig meisje:

“Ik ben aan mijn oog geopereerd en nu moet ik een zwembroek aan met zwemmen.”

Puber die dacht dat ik Frans was:

“Ik loop door deze planten hoor, boeiend.”

Vijfjarig meisje tijdens het schilderen:

“Mijn opa, oma en ome Ton zijn dood.”

Mevrouw die net Nederlands tegen de campingbaas heeft gepraat:

“Zeg even dat ik Nederlands ben.”

Vierjarig meisje dat ik random op de camping tegenkom:

“IK MOEST EEN KEER NAAR HET ZIEKENHUIS OMDAT IK EEN GAT IN MIJN HOOFD HAD GEVALLEN.”

Alle Fransozen als ze met elkaar praten:

“bra bra bra …EEEEUHHH … commence … bra bra … c’est … EEEEEUUUHH … bru kwu su … EUUUUH mais moi, je … EEEEUUUUUUUUHH … krwa sa giejee izie mi … EEEUUUUHHHHH … comme ça el bel sa ie.”

Twaalfjarig jongetje voor het voetballen:

“Ik kan echt superhard schieten!”

Huilend kindje met een groen papiertje in zijn hand en honderd blauwe papiertjes op de tafel:

“IK WIL EEN BLAUW PAPIERTJEEEEEEEEEEEEE.”

Meneer die denkt dat ik vloeiend Frans kan en tevens niks beters te doen heb:

“Ja leg even uit dat we een hele mooie dag hebben gehad en dat het fietsen wel warm was maar dat het oké was omdat we onderweg even iets hebben gedronken namelijk een cola.”

Vierjarig meisje voor de derde keer:

“Wij gaan vanavond pannenkoeken eten!”

Puber aan wie ik vroeg of ze mee wilde doen met Levend Stratego:

“Nou nee.”

Dezelfde puber een halfuur later:

“Mogen wij misschien nog meedoen?”

Hopelijk geeft dit jullie wat inspiratie. Succes met het overnemen van de nieuwe trend = “oké.”!